Sinds mensenheugenis spreken reuzen al tot de verbeelding. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat deze bijzondere figuren wereldwijd in tal van volksverhalen en sprookjes opduiken. In heel wat Europese landen worden reuzen sinds de Middeleeuwen als grote poppen vorm gegeven. Aanvankelijk liepen reuzen mee in (religieuze) processies, die vaak uitgingen tijdens kermissen. Tijdens de Verlichting (18de eeuw) en aansluitend op de Franse Revolutie (1789) kwam er heel wat protest tegen reuzen en werden er dan ook een aantal vernietigd of verboden. Mede daardoor is de reuzentraditie in heel wat landen verdwenen, maar in België, Noord-Frankrijk en Spanje houdt ze tot op de dag van vandaag stand. Tot in de 19de eeuw waren reuzen veeleer een stedelijk fenomeen en werd er dan ook vaak gesproken over stadsreuzen. De laatste 100 jaar zijn de reuzen echter een typisch fenomeen voor plattelandsgemeenten geworden. In de voorbije eeuwen vrolijkten reuzen met hun opvallende verschijning ontelbare jubilea, carnavals, stoeten en jaarmarkten op. In België zijn er vandaag naar schatting zo’n 1500 reuzen.
Reuzen weerspiegelen veelal de identiteit van een gemeenschap, stad, wijk, dorp of vereniging. Ze vertellen zelf een deel van het verhaal ervan. Om die reden worden ze dan ook vaak beschouwd als bevoorrechte inwoners van een gemeente. Meestal stellen reuzen een man, vrouw of kind voor, maar soms kan het ook om een (fabel)dier gaan. Af en toe verwijzen ze naar figuren uit een bekend volksverhaal of zijn ze gebaseerd op een historische figuur, een (patroon)heilige of een personage uit de Bijbel. Een aantal reuzen gaat terug op populaire dorpsfiguren en er zijn er ook die naar de spotnaam van de bewoners van een buurt, wijk of stad verwijzen. 1
De reuzen van Canteclaer verwijzen hoofdzakelijk naar het epos van “Van de vos Reynaerde” en worden uitdrukkelijk naar voor gebracht in de traditie dat in Deinze de kippen en konijnenprijzen worden vastgelegd. De imposante figuur van de haan Canteclaer dankt zijn ontstaan aan de stoet. Samen met zijn vrouw Roede zou hij 5 reuzenkinderen krijgen: Pinte, Sproete, Crayant, Cantaert en Coppe. Naast het gezin Canteclaer loopt er nog een kipje mee in de Canteclaerstoet. Krieltje Kakelkont ontsproot aan het brein van jeugdauteur Marc De Bel en werd vormgegeven door Deinzenaars Stefan Vermeulen en Katelijne Van Aelst. Het kleine reusje charmeert sinds 2007 de toeschouwers van de stoet. De oudste reuzen zijn echter Arend Drubbel en Machteld Donza. Baljuw Arend vocht mee in de Guldensporenslag en vormt een paar met Machteld. Het middeleeuwse koppel verscheen voor het eerst in het openbaar in 1954 ter gelegenheid van het 800-jarig jubileum van de pluimveemarkt. Deinze is ook een ‘fietsstad’. De reus Lucien Buysse belichaamt dit. Hij werd geboren in 2012 en is een eerbetoon aan de Wontergemse tourwinnaar van 1926 (de editie van 1926 staat geboekstaaft als de zwaarste Tour de France ooit). Deze prachtige wielerreus werd gemaakt door de Deinse kunstenaar José Mestdagh. 2
Op 1 januari 2019 ging Nevele de fusie aan met Deinze. Nevele had en heeft een mooie reuzentraditie. Er leven 6 reuzen waarvan twee zullen deelnemen aan de Canteclaerstoet.
Reus Wouter Van Nevele zag het levenslicht in 1956 n.a.v. de Sinksenstoet. Eén jaar later werd reuzin Johanna van Beveren geboren. Wouter en Johanna trouwden op 7 juni 1957 tijdens de Sinksenstoet.Beide reuzen gaan terug op historische figuren uit de 13de eeuw. Wouter van Nevele was Heer van Nevele en burggraaf van Kortrijk. Hij was gehuwd met Johanna van Beveren. Zij was de dochter van de Heer van Nevele en Diksmuide en van Margareta van Beveren. De Heren van Nevele namen deel aan de kruistochten. Uit erkentelijkheid gaf de Graaf van Vlaanderen hen een zilveren wapenschild met daarop een rood kruis. Reus Wouter van Nevele draagt dit schild op de borst. Reus Juan II van Leerne zag in 2021 het levenslicht. De reus werd gebouwd ter gelegenheid van het Europees Schutterstreffen te Deinze in 2022. Hij wordt de mascotte van het Schutterstreffen. De reus is een eerbetoon aan graaf Juan II t’Kint de Roodenbeke (1934-2013) van Ooidonk. De graaf was de laatste burgemeester van het zelfstandige Bachte-Maria-Leerne. Hij had ook een duidelijke link met het schuttersleven. Juan was voorzitter van de Europese Gemeenschap van historische Schutterskringen (EGS). Reus Juan II van Leerne kwam er op initiatief van de Koninklijke Grafelijke Handbooggilde Sint-Sebastiaan ‘Eendracht van Ooidonk’. Peter Lootens, afkomstig uit Sint-Martens-Leerne bouwde de reus, Deinzenaar Luc van Nevel vervaardigde de grote handboog van Juan II.
Er zijn ook plannen om de Canteclaerfamilie uit te breiden met een nieuw klein reusje.
Met medewerking van Manuel Van den Abeele, Cultuurregio Leie Schelde